De gemeente mag haar activiteiten niet onbeperkt met kort geld financieren. In de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) is hiervoor de kasgeldlimiet opgenomen. Indien een gemeente voor het derde achtereenvolgende kwartaal de kasgeldlimiet overschrijdt, dient de gemeente haar toezichthouder hiervan op de hoogte te stellen en een plan voor te leggen om binnen de kasgeldlimiet te blijven.
De hoogte van de kasgeldlimiet berekenen we als percentage van het begrotingstotaal. Dit percentage stelde het Rijk vast op 8,5%. De kasgeldlimiet voor 2021 bedroeg € 8.614.000. In 2021 overschreden we de kasgeldlimiet niet. De gemeente voldeed hiermee aan de regels van het Rijk.
Bedragen * € 1.000,- | ||||
---|---|---|---|---|
Kasgeldlimiet 2021 | 1e kwartaal | 2e kwartaal | 3e kwartaal | 4e kwartaal |
1. Kasgeldlimiet | 8.614 | 8.614 | 8.614 | 8.614 |
2. Gemiddeld kort lopende schuld | -5.322 | -1.808 | -360 | - |
3. Gemiddeld kort lopende middelen | - | - | - | 2.013 |
4. Overschrijding (-) van kasgeldlimiet | - | - | - | - |
5. Ruimte (+) van kasgeldlimiet | 3.291 | 6.806 | 8.254 | 10.627 |